Taalvaardigheid

Iedere persoon die in Nederland in de zorg wil werken, moet goed Nederlands kunnen. De meeste patiënten spreken Nederlands en binnen de zorg wordt ook Nederlands gesproken. Daarom moet u een bewijs van Nederlandse taalvaardigheid aanleveren bij uw aanvraag. Wat u kunt aanleveren als bewijs hangt af van uw situatie.

Doet u een aanvraag voor een Verklaring van vakbekwaamheid (diploma's van buiten EER), dan vindt u de informatie over taalvaardigheid onder de procedure Verklaring van vakbekwaamheid.

Welk bewijs van taalvaardigheid?

Er zijn verschillende geldige bewijzen van Nederlandse taalvaardigheid. Lees de informatie hieronder om te kijken of u al een juist bewijs heeft of dat u bijvoorbeeld nog een certificaat Nederlandse taalvaardigheid moet behalen. Klik het onderdeel open dat voor u van toepassing is.

Vereiste taalniveaus per beroep

In de tabel hieronder ziet u per beroepsniveau het vereiste taalniveau. Bij elk niveau zijn voorbeelden van beroepen genoemd. In het volledige overzicht vindt u alle beroepen per niveau.

Beroepen per niveau
Beroepen Taalniveau

Academische beroepen (Wetenschappelijk onderwijs (wo) o.a. arts, tandarts, gezondheidszorgpsycholoog, apotheker

B2+ (Dit niveau is hoger dan B2, maar haalt niet het C1-niveau van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader)

Hoger beroepsonderwijs (hbo) o.a. fysiotherapeut, verloskundige, diëtist, ergotherapeut

B2
Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) o.a. verpleegkundige en verzorgende-IG B1

Eisen taalcertificaten

Moet u een taalcertificaat aanleveren als bewijs van Nederlandse taalvaardigheid dan moet het taalcertificaat aan de onderstaande eisen voldoen:

  • Er moet een examen/toets of assessment zijn afgelegd. Een bewijs van deelname aan een cursus is niet voldoende.
  • De toets moet bestaan uit de volgende onderdelen: schrijven, luisteren, lezen en spreken.
  • Alle onderdelen moeten op het juiste niveau (zie onderdeel vereiste taalniveau) en met goed resultaat worden afgerond.
  • Het diploma of certificaat mag niet ouder zijn dan 2 jaar.
  • Het certificaat moet origineel of origineel gewaarmerkt zijn.

Taalcertificaat ouder dan twee jaar?

Dan moet u aantonen dat uw Nederlandse taalkennis op niveau is gebleven. Dit kan bijvoorbeeld met werkervaring waarbij u dagelijks Nederlands heeft gesproken.

Bij wie kunt u terecht voor training en toetsen?

U mag zelf kiezen waar u een taaltoets aflegt. Dit geldt ook voor het volgen van voorbereidende cursussen of trainingen. U bent zelf verantwoordelijk voor het controleren of de training/cursus en de taaltoets voldoen aan de hierboven genoemde eisen.