Kader inzet voormalig zorgpersoneel sinds 1 augustus niet meer geldig

In maart 2020 besloot toenmalig Minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport) dat voormalig verpleegkundigen en artsen onder bepaalde voorwaarde weer aan de slag mochten in de zorg zonder zich opnieuw te registreren in het BIG-register. Deze uitzondering is gemaakt omdat de inzet van extra personeel in de zorg hard nodig was voor het bestrijden van de Covid-uitbraak. Inmiddels is de situatie veranderd en is het besluit herzien. 

Niet meer zelfstandig voorbehouden handelingen verrichten

Het verloop van de COVID-19-pandemie laat inmiddels een gunstig beeld zien. Daarmee is de druk op in elk geval de crisiszorg afgenomen. Om deze reden is besloten dat het ‘Kader inzet voormalig zorgpersoneel’ per 1 augustus 2022 niet meer geldig is. Dit betekent dat voormalig verpleegkundigen en artsen niet meer zelfstandig voorbehouden handelingen mogen verrichten en ook geen opdracht meer hiertoe mogen geven. Ook voormalig zorgverleners die dit op basis van het kader al vóór 1 augustus 2022 deden, mogen dat sinds 1 augustus niet meer doen.

Voormalig zorgpersoneel nog wel inzetbaar

Via de opdrachtconstructie uit de Wet BIG kunnen voormalig verpleegkundigen en artsen nog wel worden ingezet in de zorg. Zij mogen dan in opdracht van een BIG-geregistreerde zorgverlener voorbehouden handelingen verrichten. Daarvoor is wel vereist dat de opdrachtgever deze persoon bekwaam acht om de handeling te verrichten en dat toezicht en tussenkomst waar nodig verzekerd zijn. Met andere woorden, de persoon die de voorbehouden handeling in opdracht gaat uitvoeren, moet over voldoende kennis en kunde beschikken om de handeling goed uit te kunnen voeren. Ook moet het geregeld zijn dat de opdrachtgever, wanneer nodig, advies kan geven of in kan grijpen.

Nieuw kader in ontwikkeling

Op dit moment wordt er gewerkt aan een vernieuwd kader. Deze wordt meegenomen in de structurele regelgeving voor een pandemische crisis.